EUR-Lex -  61989CJ0288 - NL - ARREST VAN HET HOF VAN 25 JULI 1991. - STICHTING COLLECTIEVE ANTENNEVOORZIENING GOUDA EN ANDEREN TEGEN COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: RAAD VAN STATE - NEDERLAND. - VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN - VOORWAARDEN VOOR UITZENDING VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN IN VANUIT ANDERE LID-STATEN AANGEBODEN RADIO- EN TELEVISIEPROGRAMMA'S. - ZAAK C-288/89.
Karar Dilini Çevir:

Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
Trefwoorden

++++

1. Vrij verrichten van diensten - Verdragsbepalingen - Draagwijdte - Grenzen

(EEG-Verdrag, art. 56 en 59)

2. Vrij verrichten van diensten - Beperkingen - Beperking van uitzending van reclameboodschappen vervat in vanuit andere Lid-Staten uitgezonden radio- of televisieprogramma' s

(EEG-Verdrag, art. 59)

3. Vrij verrichten van diensten - Beperkingen - Rechtvaardiging om redenen van algemeen belang - Cultuurbeleid - Toelaatbaarheid - Voorwaarden

(EEG-Verdrag, art. 59)

4. Vrij verrichten van diensten - Beperkingen - Voorwaarden betreffende structuur van buitenlandse omroepinstellingen - Geen rechtvaardiging om redenen van algemeen belang

(EEG-Verdrag, art. 59)

5. Vrij verrichten van diensten - Beperkingen - Beperking van uitzending van reclameboodschappen vervat in vanuit andere Lid-Staten uitgezonden radio- of televisieprogramma' s - Rechtvaardiging om redenen van algemeen belang - Voorwaarden

(EEG-Verdrag, art. 59)

Samenvatting

1. De afschaffing van de beperkingen op het in artikel 59, eerste alinea, EEG-Verdrag bedoelde vrij verrichten van diensten impliceert allereerst de afschaffing van iedere discriminatie van de dienstverrichter op grond van diens nationaliteit of van de omstandigheid, dat hij is gevestigd in een andere Lid-Staat dan die waarin de dienst moet worden verricht.

Nationale regelingen die niet zonder onderscheid van toepassing zijn op dienstverrichtingen, ongeacht de herkomst ervan, zijn slechts verenigbaar met het gemeenschapsrecht, indien zij kunnen vallen onder een uitdrukkelijke afwijkende bepaling, zoals artikel 56 EEG-Verdrag, dat niet kan worden ingeroepen ter bereiking van doelstellingen van economische aard.

Bij gebreke van harmonisatie van de regelingen inzake dienstverrichtingen, en zelfs van een gelijkwaardigheidsregime, kunnen bovendien beperkingen op het vrij verrichten van diensten voortkomen uit de toepassing van voor iedere op het nationale grondgebied gevestigde persoon geldende nationale regelingen op in een andere Lid-Staat gevestigde dienstverrichters die reeds aan de aldaar geldende wettelijke voorschriften moeten voldoen. Dergelijke beperkingen vallen onder artikel 59 EEG-Verdrag, wanneer toepassing van de nationale wettelijke regeling op buitenlandse dienstverrichters niet gerechtvaardigd is om dwingende redenen van algemeen belang, of wanneer aan de uit die wettelijke regeling voortvloeiende vereisten reeds is voldaan op grond van de regels waaraan die dienstverrichters onderworpen zijn in de Lid-Staat waarin zij zijn gevestigd.

Ten slotte moet de toepassing van nationale regelingen op in andere Lid-Staten gevestigde dienstverrichters dienstig zijn ter bereiking van het ermee beoogde doel en mag zij niet verder gaan dan met het oog daarop noodzakelijk is; vereist is derhalve, dat hetzelfde resultaat niet kan worden bereikt met minder vergaande maatregelen.

2. Voorwaarden die een Lid-Staat stelt met betrekking tot de uitzending door beheerders van op zijn grondgebied gevestigde draadomroepinrichtingen van radio- of televisieprogramma' s die in het bijzonder op het binnenlandse publiek gerichte reclameboodschappen bevatten en worden aangeboden door een op het grondgebied van een andere Lid-Staat gevestigde omroepinstelling, en die betrekking hebben op de structuur van die instelling en de in de programma' s opgenomen reclameboodschappen, vormen beperkingen op het vrij verrichten van diensten in de zin van artikel 59 EEG-Verdrag.

3. Een cultuurbeleid dat gericht is op het behoud van de vrijheid van meningsuiting van de diverse maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen in een Lid-Staat, kan een dwingende reden van algemeen belang vormen, die een beperking op het vrij verrichten van diensten rechtvaardigt.

4. Voorwaarden betreffende de structuur van buitenlandse omroepinstellingen kunnen niet objectief noodzakelijk worden geacht ter verzekering van het algemeen belang bij handhaving van een pluriform landelijk omroepbestel.

5. Beperkingen op de uitzending van reclameboodschappen kunnen worden opgelegd in het algemeen belang, ten einde de consument te beschermen tegen te veel commerciële reclame of om, in het kader van een cultuurbeleid, een zekere kwaliteit van de programma' s te handhaven. Wanneer dergelijke beperkingen evenwel alleen gelden voor in het bijzonder op het binnenlandse publiek gerichte reclameboodschappen, zijn zij niet gerechtvaardigd om dwingende redenen van algemeen belang, omdat zij de concurrentie die een nationale instelling, die het monopolie voor de uitzending van die reclameboodschappen bezit, van buitenlandse omroepinstellingen ondervindt, beogen te beperken.

Partijen

In zaak C-288/89,

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State, Afdeling rechtspraak, in de aldaar aanhangige gedingen tussen

Stichting Collectieve Antennevoorziening Gouda e.a.

en

Commissariaat voor de Media,

om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 59 EEG-Verdrag,

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE,

samengesteld als volgt: G. F. Mancini, kamerpresident, waarnemend voor de president, T. F. O' Higgins, J. C. Moitinho de Almeida, G. C. Rodríguez Iglesias en M. Díez de Velasco, kamerpresidenten, Sir Gordon Slynn, C. N. Kakouris, R. Joliet, F. A. Schockweiler, F. Grévisse en M. Zuleeg, rechters,

advocaat-generaal: G. Tesauro

griffier: J.-G. Giraud

gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:

- Stichting Collectieve Antennevoorziening Gouda en de negen andere verzoekers in de hoofdgedingen, vertegenwoordigd door B. H. ter Kuile en L. H. van Lennep, advocaten te 's-Gravenhage;

- het Commissariaat voor de Media, vertegenwoordigd door G. H. L. Weesing, advocaat te Amsterdam;

- de Nederlandse regering, vertegenwoordigd door B. R. Bot, secretaris-generaal van het Ministerie van Buitenlandse zaken, als gemachtigde;

- de Portugese regering, vertegenwoordigd door R. Assis Ferreira, afdelingshoofd bij het directoraat-generaal Mediazaken, L. Ines Fernandes, directeur juridische zaken bij het directoraat-generaal Europese Gemeenschappen, en A. Goucha Soares, juridisch adviseur bij het directoraat-generaal Europese Gemeenschappen;

- de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door R. Barents en G. Marenco, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden,

gezien het rapport ter terechtzitting,

gehoord de mondelinge opmerkingen van de Stichting Collectieve Antennevoorziening Gouda en de negen andere verzoekers in de hoofdgedingen, de Nederlandse regering, vertegenwoordigd door J. W. de Zwaan en T. Heukels, als gemachtigden, de Belgische regering, vertegenwoordigd door A. Berenboom, advocaat te Brussel, en de Commissie ter terechtzitting van 21 februari 1991,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 18 april 1991,

het navolgende

Arrest

Overwegingen van het arrest

1 Bij uitspraak van 30 augustus 1989, ingekomen bij het Hof op 19 september daaraanvolgend, heeft de Afdeling rechtspraak van de Nederlandse Raad van State het Hof drie prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van de bepalingen van het EEG-Verdrag betreffende het vrij verrichten van diensten, ten einde te kunnen beoordelen of een nationale wettelijke regeling inzake de voorwaarden voor de uitzending per kabel van vanuit andere Lid-Staten aangeboden radio- en televisieprogramma' s die in het bijzonder op het Nederlandse publiek gerichte reclameboodschappen bevatten, verenigbaar is met het gemeenschapsrecht.

2 De vragen zijn gerezen in gedingen tussen tien beheerders van draadomroepinrichtingen en de instelling die belast is met het toezicht op de kabelexploitatie, het Commissariaat voor de Media, met betrekking tot de voorwaarden die de Nederlandse wet van 21 april 1987 houdende regels betreffende de verzorging van radio- en televisieprogramma' s, de omroepbijdrage en de steunverlening aan persorganen (Stb. 1987, 249, hierna: "Mediawet"), stelt aan de uitzending van reclameboodschappen die zijn opgenomen in vanuit andere Lid-Staten aangeboden radio- en televisieprogramma' s. Volgens de beheerders van de draadomroepinrichtingen zijn die voorwaarden in strijd met de artikelen 59 en volgende EEG-Verdrag.

3 De in geding zijnde voorwaarden zijn neergelegd in artikel 66 Mediawet, luidend als volgt:

"1. De beheerder van een draadomroepinrichting kan:

a) de programma' s uitzenden die door een buitenlandse omroepinstelling door middel van een omroepzender zijn uitgezonden en rechtstreeks ter plaatse van de draadomroepinrichting met een daar gebruikelijke individuele antenne gedurende het grootste deel van de tijd met redelijke kwaliteit kunnen worden ontvangen;

b) andere dan de onder a bedoelde programma' s uitzenden die in overeenstemming met de daar geldende wetgeving door een buitenlandse omroepinstelling of een samenstel van deze instellingen als omroepprogramma' s worden uitgezonden. Indien in die programma' s reclameboodschappen zijn opgenomen is de uitzending hiervan slechts toegestaan indien de reclameboodschappen door een afzonderlijke rechtspersoon worden verzorgd, de reclameboodschappen duidelijk als zodanig herkenbaar en duidelijk onderscheiden van andere programma-onderdelen en niet des zondags worden uitgezonden, de voor de uitzending van reclameboodschappen gebruikte zendtijd ten hoogste vijf procent van de totale zendtijd bedraagt, de omroepinstelling voldoet aan het bepaalde in artikel 55, eerste lid, en de inkomsten geheel worden aangewend voor de verzorging van het programma. Indien evenwel niet aan de zojuist genoemde eisen wordt voldaan, is de uitzending van een dergelijk programma ook toegestaan indien de daarin opgenomen reclameboodschappen niet in het bijzonder op het Nederlands publiek zijn gericht;

(...)

2. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid, onder b, wordt een reclameboodschap in ieder geval geacht in het bijzonder op het Nederlandse publiek te zijn gericht, indien de reclameboodschap wordt uitgezonden tijdens of aansluitend aan een programma-onderdeel of een samenhangend geheel van programma-onderdelen, waarin Nederlandstalige ondertiteling of een Nederlandstalig onderdeel voorkomt.

3. Onze Minister kan van het in het eerste lid, onder b, opgenomen verbod ontheffing verlenen, ten aanzien van omroepprogramma' s die in België worden uitgezonden en gericht zijn op het Nederlandstalig publiek in België."

4 Volgens artikel 55, lid 1, Mediawet mogen in beginsel "instellingen die zendtijd hebben verkregen (...) niet dienstbaar zijn aan het maken van winst door derden".

5 Bij besluiten van 6 januari 1989 legde het Commissariaat voor de Media aan elk van de tien verzoekers in de hoofdgedingen, beheerders van draadomroepinrichtingen, een boete op wegens het uitzenden van door buitenlandse omroepinstellingen aangeboden programma' s waarin geheel of gedeeltelijk Nederlandstalige reclameboodschappen waren opgenomen, die niet aan de voorwaarden van artikel 66, lid 1, sub b, Mediawet volded

Üyelik Paketleri

Dünyanın en kapsamlı hukuk programları için hazır mısınız? Tüm dünyanın hukuk verilerine 9 adet programla tek bir yerden sınırsız ulaş!

Paket Özellikleri

Programların tamamı sınırsız olarak açılır. Toplam 9 program ve Fullegal AI Yapay Zekalı Hukukçu dahildir. Herhangi bir ek ücret gerektirmez.
7 gün boyunca herhangi bir ücret alınmaz ve sınırsız olarak kullanılabilir.
Veri tabanı yeni özellik güncellemeleri otomatik olarak yüklenir ve işlem gerektirmez. Tüm güncellemeler pakete dahildir.
Ek kullanıcılarda paket fiyatı üzerinden % 30 indirim sağlanır. Çalışanların hesaplarına tanımlanabilir ve kullanıcısı değiştirilebilir.
Sınırsız Destek Talebine anlık olarak dönüş sağlanır.
Paket otomatik olarak aylık yenilenir. Otomatik yenilenme özelliğinin iptal işlemi tek butonla istenilen zamanda yapılabilir. İptalden sonra kalan zaman kullanılabilir.
Sadece kredi kartları ile işlem yapılabilir. Banka kartı (debit kart) kullanılamaz.

Tüm Programlar Aylık Paket

9 Program + Full&Egal AI
Ek Kullanıcılarda %30 İndirim
Sınırsız Destek
350 TL
199 TL/AY
Kazancınız ₺151
Ücretsiz Aboneliği Başlat