EUR-Lex -  61996CJ0361 - NL - Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 11 juni 1998
Karar Dilini Çevir:

Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
Trefwoorden

1 Fiscale bepalingen - Harmonisatie van wetgevingen - Omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde - Teruggaaf van belasting aan niet in binnenland gevestigde belastingplichtigen - Verplichtingen van belastingplichtige - Overlegging van originele facturen of invoerdocumenten - Mogelijkheid voor lidstaten om bij verlies van origineel buiten schuld van belastingplichtige overlegging van duplicaat van facturen of invoerdocumenten te aanvaarden - Toelaatbaarheid - Voorwaarden

(Richtlijn 79/1072 van de Raad, art. 3, sub a)

2 Fiscale bepalingen - Harmonisatie van wetgevingen - Omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde - Teruggaaf van belasting aan niet in binnenland gevestigde belastingplichtigen - Voor teruggaaf over te leggen documenten - Non-discriminatiebeginsel - Verplichting van lidstaten om voor belastingplichtigen, ongeacht hun plaats van vestiging, bewijsmiddelen toe te staan die enkel voor op nationaal grondgebied gevestigde belastingplichtigen zijn toegelaten

(EG-Verdrag, art. 6; richtlijn 79/1072 van de Raad)

Samenvatting

3 Artikel 3, sub a, van de Achtste richtlijn (79/1072) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen, moet aldus worden uitgelegd, dat het niet eraan in de weg staat, dat een lidstaat in zijn intern recht een niet in deze lidstaat gevestigde belastingplichtige de mogelijkheid biedt om, ingeval een factuur of invoerdocument buiten zijn schuld is zoekgeraakt, zijn recht op teruggaaf te bewijzen door overlegging van een duplicaat van de factuur of het invoerdocument, wanneer de transactie naar aanleiding waarvan om teruggaaf wordt verzocht, heeft plaatsgehad en er geen risico van verdere verzoeken om teruggaaf bestaat.

Het afgeleide recht moet de algemene rechtsbeginselen en met name het evenredigheidsbeginsel in acht nemen. De uitsluiting van de mogelijkheid voor een lidstaat om in dergelijke uitzonderlijke gevallen een verzoek om teruggaaf in te willigen is niet noodzakelijk ter bereiking van het door de Achtste richtlijn nagestreefde algemene doel om belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

4 Indien een in een lidstaat gevestigde belastingplichtige zijn recht op teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde kan bewijzen door overlegging van een duplicaat of fotokopie van de factuur wanneer hij het origineel heeft ontvangen en vervolgens buiten zijn schuld is kwijtgeraakt, verlangt het in artikel 6 van het Verdrag neergelegde en in de vijfde overweging van de considerans van de Achtste richtlijn (79/1072) in herinnering gebrachte non-discriminatiebeginsel, dat deze mogelijkheid ook wordt geboden aan de niet in die lidstaat gevestigde belastingplichtige, wanneer de transactie naar aanleiding waarvan om teruggaaf wordt verzocht, heeft plaatsgehad en er geen risico van verdere verzoeken om teruggaaf bestaat.

Partijen

In zaak C-361/96,

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Finanzgericht Köln (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen

Société générale des grandes sources d'eaux minérales françaises

en

Bundesamt für Finanzen,

om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 3, sub a, van de Achtste richtlijn (79/1072/EEG) van de Raad van 6 december 1979 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen (PB L 331, blz. 11),

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE

(Vijfde kamer),

samengesteld als volgt: C. Gulmann, kamerpresident, M. Wathelet, J. C. Moitinho de Almeida (rapporteur), D. A. O. Edward en J.-P. Puissochet, rechters,

advocaat-generaal: G. Cosmas

griffier: H. A. Rühl, hoofdadministrateur

gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:

- de Société générale des grandes sources d'eaux minérales françaises, vertegenwoordigd door B. Hense, bestuurslid van C & L Treuhand-Vereinigung Deutsche Revision AG, en K. P. Karig, directeur van de afdeling belastingen van C & L Treuhand-Vereinigung Deutsche Revision AG, te Frankfurt am Main,

- de Duitse regering, vertegenwoordigd door E. Röder, Ministerialrat bij het Bondsministerie van Economische zaken, als gemachtigde,

- de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J. Grunwald als gemachtigde,

gezien het rapport ter terechtzitting,

gehoord de mondelinge opmerkingen van de Société générale des grandes sources d'eaux minérales françaises, vertegenwoordigd door H. Morin-Hauser, fiscaal adviseur bij C & L Treuhand-Vereinigung Deutsche Revision AG; de Duitse regering, vertegenwoordigd door E. Röder, en de Commissie, vertegenwoordigd door J. Grunwald, ter terechtzitting van 15 januari 1998,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 12 februari 1998,

het navolgende

Arrest

Overwegingen van het arrest

1 Bij beschikking van 29 augustus 1996, ingekomen bij het Hof op 12 november daaraanvolgend, heeft het Finanzgericht Köln krachtens artikel 177 EG-Verdrag twee prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van artikel 3, sub a, van de Achtste richtlijn (79/1072/EEG) van de Raad van 6 december 1979 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen (PB L 331, blz. 11; hierna: "Achtste richtlijn").

2 Die vragen zijn gerezen in een geding tussen de Société générale des grandes sources d'eaux minérales françaises en het Bundesamt für Finanzen (hierna: "Bundesamt") over de mogelijkheid van verzoekster in het hoofdgeding om door overlegging van een duplicaat van de buiten haar schuld zoek geraakte originele factuur haar recht op teruggaaf te bewijzen van de in eerdere handelsfasen betaalde belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "voorbelasting").

De Achtste richtlijn

3 Artikel 2 van de Achtste richtlijn bepaalt:

"Elke lidstaat geeft aan iedere niet in het binnenland maar in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige, onder de in de hierna volgende artikelen gestelde voorwaarden, de belasting over de toegevoegde waarde terug welke is geheven ter zake van de hem door andere belastingplichtigen in het binnenland verleende diensten of geleverde roerende goederen, dan wel ter zake van de invoer van goederen in het betrokken land, een en ander voor zover deze goederen en diensten worden gebruikt voor de handelingen bedoeld in artikel 17, lid 3, sub a en b, van richtlijn 77/388/EEG of de dienstverrichtingen bedoeld in artikel 1, sub b."

4 Artikel 3, sub a, van de Achtste richtlijn bepaalt:

"Een belastingplichtige als bedoeld in artikel 2, die geen leveringen van goederen of diensten heeft verricht waarvan de plaats geacht wordt in het binnenland te zijn gelegen, moet, om teruggaaf te verkrijgen:

a) bij de in artikel 9, eerste alinea, bedoelde bevoegde dienst een verzoek indienen, opgemaakt overeenkomstig het in bijlage A opgenomen model en vergezeld van de originele facturen of invoerdocumenten. De lidstaten stellen een toelichting ter beschikking van de aanvrager, die in elk geval de in bijlage C aangegeven minimaal te verstrekken informatie moet bevatten."

5 Punt H van bijlage C van de Achtste richtlijn ("In de toelichting minimaal te verstrekken informatie") luidt:

"Het verzoek moet vergezeld gaan van de originelen van de facturen of invoerdocumenten, waarin de bedragen van de belasting over de toegevoegde waarde zijn vermeld welke ten laste van de aanvrager zijn gekomen."

6 Ten slotte bepaalt artikel 7, leden 3 en 4, van de Achtste richtlijn:

"3. De in artikel 9, eerste alinea, bedoelde bevoegde dienst plaatst zijn visum op elke factuur en elk invoerdocument, opdat deze stukken niet meer voor een ander verzoek kunnen worden gebruikt, en zendt ze binnen een maand terug.

4. Van de beslissingen over verzoeken om teruggaaf moet mededeling worden gedaan binnen zes maanden nadat de betreffende verzoeken, vergezeld van alle documenten die volgens deze richtlijn voor het onderzoek van de verzoeken nodig zijn, bij de in lid 3 bedoelde bevoegde dienst zijn ingediend. (...)"

De Duitse wetgeving

7 § 18, lid 9, van het Umsatzsteuergesetz van 26 november 1979 (hierna: "UStG") bepaalt:

"Ter vereenvoudiging van de belastingprocedure kan de bondsminister van Financiën met toestemming van de Bondsraad voor de teruggaaf van voorbelasting aan niet in het binnenland gevestigde ondernemers, in afwijking van § 16 en van de leden 1 tot en met 4, bij besluit een bijzondere procedure vaststellen. Daarbij kan worden bepaald, dat de ondernemer de teruggaaf zelf moet berekenen."

8 Bedoelde bijzondere procedure voor de teruggaaf van voorbelasting is geregeld in de Umsatzsteuer-Durchführungsverordnung van 21 december 1979 (hierna: "UStDV"). § 61, lid 1, daarvan bepaalt:

"De ondernemer moet op een daartoe bestemd formulier bij het Bundesamt für Finanzen of bij het krachtens § 5, lid 1, sub 8, tweede zin, van het Finanzverwaltungsgesetz aangewezen belastingkantoor om teruggaaf verzoeken. Het verzoek moet worden ingediend binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin het recht op teruggaaf is ontstaan. In het verzoek moet de ondernemer de teruggaaf zelf berekenen. Het verzoek geldt als afstand in de zin van § 19, lid 2, van de wet. Het verzoek om teruggaaf moet vergezeld gaan van de originele facturen en invoerdocumenten."

9 § 163, lid 1, van de Abgabenordnung van 16 maart 1976 (hierna: "AO") bepaalt voorts:

"Belastingen kunnen lager worden vastgesteld en bepaalde elementen die tot verhoging leiden, kunnen bij de vaststelling van belastingen buiten beschouwing worden gelaten, wanneer de inning van de belasting in het concrete geval onbillijk zou zijn. Met toestemming van de belastingplichtige kan bij de inkomstenbelasting worden toegestaan, dat bepaalde elementen, voor zover zij tot hogere belasting leiden, bij de vaststelling van de belasting eerst op een later tijdstip en, voor zover zij tot lagere belasting leiden, reeds op een eerder tijdstip in aanmerking worden genomen. De beschikking over de afwijkende vaststelling kan met de vaststelling van de belasting worden verbonden."

10 § 155, lid 6, AO preciseert:

"De bepalingen betreffende de vaststelling van belasting zijn van overeenkomstige toepassing op de vaststelling van de teruggaaf van belasting."

De feiten van het hoofdgeding

11 Verzoekster in het hoofdgeding is een in Frankrijk gevestigde kapitaalvennootschap. Nadat zij een met Union Deutsche Lebensmittelwerke GmbH (hierna: "UDL") gesloten concessie-overeenkomst had opgezegd, kwam zij in januari 1989 met UDL overeen haar een bedrag van 3,5 miljoen DM te betalen, vermeerderd met 490 000 DM aan BTW.

12 Volgens de onweersproken verklaring van verzoekster in het hoofdgeding ging het origineel van de door UDL opgemaakte factuur verloren bij de verzending per post aan een advocatenkantoor dat van verzoekster opdracht had gekregen het verzoek om teruggaaf van de BTW bij het Bundesamt in te dienen.

13 Verzoekster in het hoofdgeding liet UDL daarom een duplicaat van de originele factuur opmaken en verzocht het Bundesamt op basis van dit document om teruggaaf van de BTW. Het Bundesamt wees dit verzoek bij beschikking van 4 maart 1993 af. Van deze beschikking ging verzoekster in het hoofdgeding in beroep bij het Finanzgericht Köln,

Üyelik Paketleri

Dünyanın en kapsamlı hukuk programları için hazır mısınız? Tüm dünyanın hukuk verilerine 9 adet programla tek bir yerden sınırsız ulaş!

Paket Özellikleri

Programların tamamı sınırsız olarak açılır. Toplam 9 program ve Fullegal AI Yapay Zekalı Hukukçu dahildir. Herhangi bir ek ücret gerektirmez.
7 gün boyunca herhangi bir ücret alınmaz ve sınırsız olarak kullanılabilir.
Veri tabanı yeni özellik güncellemeleri otomatik olarak yüklenir ve işlem gerektirmez. Tüm güncellemeler pakete dahildir.
Ek kullanıcılarda paket fiyatı üzerinden % 30 indirim sağlanır. Çalışanların hesaplarına tanımlanabilir ve kullanıcısı değiştirilebilir.
Sınırsız Destek Talebine anlık olarak dönüş sağlanır.
Paket otomatik olarak aylık yenilenir. Otomatik yenilenme özelliğinin iptal işlemi tek butonla istenilen zamanda yapılabilir. İptalden sonra kalan zaman kullanılabilir.
Sadece kredi kartları ile işlem yapılabilir. Banka kartı (debit kart) kullanılamaz.

Tüm Programlar Aylık Paket

9 Program + Full&Egal AI
Ek Kullanıcılarda %30 İndirim
Sınırsız Destek
350 TL
199 TL/AY
Kazancınız ₺151
Ücretsiz Aboneliği Başlat